Ik typ deze blogpost vanuit mijn bed, het is nu kwart over 6 en Janne heeft net een flesje binnen. En daar mogen we best trots op zijn, want het was van gisterenavond 11 uur geleden dat ze nog een flesje gedronken had. Volgens internet noemen we dit doorslapen, mama en papa zijn daar alleszins heel tevreden mee. Hoe we dit voor elkaar gekregen hebben? Geen idee... Vorige nacht had Janne het heel lastig na haar laatste flesje. In de vorige post kon je al lezen dat ze last had van krampjes en dat was dan ook het geval. Er zat niets anders op dan druppeltjes geven en rondwandelen met haar tot het over was. Het was Jonas zijn nacht dus ik was ondertussen al in slaap gevallen (onderbroken nachten, het doet/deed wat met een mens). Rond half1 zou ze rustig geweest zijn, want 1 van de trucjes die we geprobeerd hadden was inbakeren. We hebben daar handige doeken voor, al lijkt het wel alsof je je baby in een dwangbuis stopt. Eens in slaap gevallen had Jonas ze in bed gelegd, nadat ze samen al even in de schommelstoel geslapen hadden. Mentaal was daar de voorbereiding al: binnen 2 uur is het tijd voor nog een fles...
Plotseling werd ik wakker door een geluid, een baby die aan het smakken is. Alright, dacht ik bij mezelf, tijd om in het midden van de nacht naar beneden te gaan en een flesje te warmen. Maar tot mijn grote verbazing was het 6u! Ik schoot wakker en keek over Jonas zijn schouder en ja hoor, daar lag onze dochter met haar mondje te zoeken naar eten. Dolgelukkig was ik (en lichtjes bezorgd, aard van het beestje) en ging vrolijk naar beneden om een flesje te maken. Ik wisselde met Jonas van kant zodat hij al verder kon slapen en gaf haar haar flesje. Na een boertje en 20 minuten soezen bij mama ging ze terug haar co-sleeper in. En ja hoor, onze schone slaapster viel wederom in slaap. Echter was haar slaap niet zo vast... Ik hoorde regelmatig kreun en piepgeluidjes. Ik stond hier niet al te veel bij stil, mijn bijnaam voor haar is niet voor niks ‘klein piepke’. Tot ze begon te draaien en te keren, omstreeks 9u. Ik keek haar richting uit en voor ik het wist kwam daar een kwakje melk uit haar mond gelopen. Veel melk? Nee. Verschietachtig? Dat wel, elke keer opnieuw. In mijn hoofd dient melk namelijk te blijven op de plek waar het eerder ingelopen is, namelijk haar maag. Ik nam haar uit haar bedje en daar kwam nog een grote boer en poef, toen ontspande onze dochter volledig. Hoe ben je zelf natuurlijk, als je in bed ligt en er iets op je maag ligt. Uiteindelijk sliep Janne erna nog wat verder tot we uiteindelijk om 10u naar beneden gingen. Joepie, 11 uur in ons bed gelegen, waarvan we er toch zeker 8-9 geslapen hadden. De bezorgde mama die ik ben had geen rust. Op dat moment begon natuurlijk de molen in mijn hoofd te draaien: heeft ze nu wel genoeg eten binnen? Ze heeft een fles gemist, kan dat kwaad? Gaat ze blijven doorslapen of was het eenmalig? Allerlei vragen waar ik geen antwoord op wist, maar dat zou nog wel komen. Kind en Gezin had verteld dat de drempel van 120 naar 150 ml niet veraf was. Plots zou ze erom vragen. Ik ging er van uit dat als ze een flesje minder dronk, ik dus gewoon de hoeveelheid zou verhogen. 150 ml it is. Onze lieve kraamhulp gaf Janne haar flesje in de namiddag (half11 was nog gewoon 120 ml) maar na een 80tal ml stopte ze plots. Raar, maar we gingen haar zeker niet forceren. Janne komt elke week 150 gram bij, geen reden tot paniek dus. Er bleek echter een reden te zijn voor het plotse stoppen met drinken: een broekje vol. Janne was met plezier een dikke kakpamper aan het vullen. Met 2 gingen we de strijd aan en dit was nodig! De pamper resulteerde in een machine was doordat mevrouwtje beslist had om niet alleen het waskussenhoes volledig onder te kakken maar ook de trui van de kraamhulp (mooie start van haar verlof 😄). Janne haar stoelgang droop letterlijk van de commode op de grond. De uitstraling op Janne haar gezicht zei genoeg... Ik ging er van uit dat het Janne heel wat energie gekost had om zo’n toeren uit te halen dus ik gaf haar opnieuw haar flesje, die ze gretig aannam. Ze dronk lustig verder. Mama trots, er was nog maar 30 ml over. Maar de vreugde was van korte duur. Na 20 min op mijn schouder legde ik haar in het park, en nog geen 10 min later was daar plots de hik, en ook heel wat melk die ze bij die laatste keer gedronken had. Bij de eerste 3 hikken kwam er telkens een goede kwak melk uit (dit was trouwens de 3e keer die dag, ook omstreeks half12 had ze al wat terug gegeven, een uur na haar vorige fles). Mama’s mallemolen begon weer te draaien. Reflux? Only time will tell...
2 Comments
Een sprongetje, elke nieuwbakken mama heeft hier wel al over gehoord. De fase die een baby heeft waarin er heel wat veranderd. Plots beginnen ze kleuren te zien, kunnen ze dingen vastgrijpen met hun handjes, ...
Janne is bijna 5 weken oud en zit in dat eerste sprongetje. Ook de krampjes beginnen nu hun hoogtepunt te bereiken. Wij hebben het geluk dat ze deze enkel 's avonds heeft en dat ze ons 's nachts een rustige nacht gunt. We hebben namelijk al andere verhalen gehoord. Ook merken we aan haar dat ze veel meer nood heeft aan warmte en liefde. Hoe dichter ze bij haar mama en papa kan zijn, hoe liever dat ze het heeft. Onze nachten verlopen gelukkig zeer vlot. Een halfuur vooraleer haar flesje gemaakt wordt gaat ze in bad. Dit werkt ontspannend maar is tegelijkertijd heel vermoeiend (wat wil je, het vergt wat energie om zo te krijsen als je aangekleed wordt). Na haar badje nemen we haar mee naar boven en krijgt ze een flesje, die neemt ze steeds gretig aan. Na haar flesje is het eigenlijk de bedoeling dat ze een boertje laat. Dat is echter niet altijd het geval. Regelmatig valt ze zelfs al in slaap vooraleer ze dat boertje gelaten heeft. In het begin sliep ze tussen ons op het borstvoedingskussen (ssst, niet aan kind en gezin vertellen!). Ze wou namelijk niet in haar eigen bedje slapen, tussen mama en papa was veel beter. Dit nam echter veel plek in in bed, hier zijn we dan ook snel van afgestapt. We hebben haar eens overdag meegenomen naar de slaapkamer voor een dutje, hebben haar al slapend in de co-sleeper gelegd en zo geschiedde: 's avonds lag ze lekker te knorren in haar eigen bedje naast ons. Hier slaapt ze nu ook elke nacht in. En wat hebben we hier geluk mee! Nachtschema van Janne:
Om nog even terug te komen op die krampjes: de luchtbelletjes in de darmen zijn echt kleine duiveltjes. Uit het niets komen ze op, geven een hoop gekrijs - geween - gespartel en verdwijnen daarna terug. Het enige wat je kan doen? Afwachten en de baby zoveel mogelijk liefde geven. Dit doen we nu ook met Janne. We nemen ze lekker dicht bij ons, leggen een kersenpitje op haar buik en wandelen het huis door. Soms gebruiken we de draagdoek en leggen we ze op ons in de zetel. We geven haar nu sinds een week ook druppeltje (Mama natura coli) en die blijken wel verlichting te geven. Een wondermiddel voor krampjes, die ze helemaal wegnemen (voor elke baby), hebben ze jammer genoeg nog niet uitgevonden... Het volgende onderwerp dat me toch even van het hart moet is borstvoeding. Het wordt allemaal zo mooi voorgesteld: de intieme band die je ontwikkelt met je kind, de gezondheidsvoordelen, … Maar niemand vertelt je erbij dat het niet altijd rozengeur en maneschijn is. Een kind correct laten aanhappen is makkelijker gezegd dan gedaan. En wat als je te weinig melk hebt? Dan zie je je kind vermageren en lees je dat ook op de weegschaal. Een gezonde baby mag 10% gewicht verliezen in het ziekenhuis. In Janne haar geval mocht dat 400 gram zijn. Op onze laatste dag in het ziekenhuis was dit 430 gram geworden, te veel dus. Rond 13 uur werd beslist dat ik moest gaan kolven, op die manier konden we zien hoeveel eten Janne kreeg. Te weinig, zou achteraf blijken. Ze moest 30 ml drinken maar ik kolfde slechts 10 ml. De beslissing werd gemaakt om haar bij te voeden met kunstvoeding. Rond 15u moest ik opnieuw kolven met hetzelfde resultaat. Rond 16u gaven we haar die moedermelk, opnieuw met kunstvoeding aangevuld. Om 17u verlieten we het ziekenhuis, richting apotheek om kunstvoeding te halen. Even was ik teleurgesteld in het ziekenhuis. Ik had namelijk wel nog wat nood aan ondersteuning, ten slotte moest ik thuis mijn dochter wel op de correcte manier voeden en zorgen dat ze goed bleef eten en aankwam.
De volgende dagen waren een hel. Pijnlijke tepels, een dochter die niet wou aanhappen en die bleef vermageren en een mama die bij elke voeding aan het huilen was. Onze vroedvrouw (die ook de arbeid had begeleid) zag dat het niet vlot ging en stelde voor om over te schakelen naar kolven, niet meer aanhappen dus. Dit deed me nog slechter voelen, elke keer als mijn dochter moest eten was ik aan het kolven, ik miste elk mooi moment met haar. Ik voelde me precies een melkkoe. Zondagavond kwamen mijn ouders eten en ook zij zagen aan mij dat ik al op was, en ik was slechts anderhalve dag thuis. Ik was meer aan het huilen dan aan het genieten. Ik voelde ook niet echt stuwing in mijn borsten waardoor ik niet het gevoel had dat ik moest kolven. Een berichtje naar de vroedvrouw later kreeg ik toestemming om wat langer te wachten om te kolven… Ook kwam er die avond nog een ander gigantisch schuldgevoel bij: ik dronk te weinig. Mijn mama was de eerste die me erop wees, dat ik toch nog niet zoveel gedronken had die avond. Toen ik even bij vriendinnen informatie ging inwinnen vroegen ze me net hetzelfde: drink je genoeg? Op dat moment begon er al iets te dagen. Toen ik dan ook nog even naar het toilet ging en ik heel het huis bijeen kon vloeken omdat ik zo een brandend gevoel had zakte ik net niet ineen: ik had het mezelf aangedaan. Uiteraard kan je geen vocht aanmaken als je het zelf niet binnen neemt. Schuldgevoel alom. Op maandagochtend hebben we uiteindelijk de beslissing gemaakt om ermee te stoppen. Net op tijd want ik denk dat mijn traankanalen volledig uitgedroogd waren. Ik had namelijk al 4 en een half uur niet gekolfd en had opnieuw maar 20 ml, alweer te weinig. Onze vroedvrouw kwam langs en we bespraken de situatie met haar. Zij zag ook direct aan ons dat borstvoeding geven niet langer de beste aanpak was. We hebben er op dat moment een punt achter gezet. Dat eerste flesje geven deed me zo veel deugd, ik werd op slag een pak gelukkiger (en mijn dochter ook want ze kreeg eindelijk op een normale manier deftige voeding). 3 dagen tanden bijten om de stuwing in mijn borsten voorbij te laten gaan nam ik er graag bij. Ik leefde met warme en koude kompressen en bleef maar saliethee drinken. De pijn zwakt lichtjes af. Achteraf gezien ben ik wel blij dat ik haar 5 dagen moedermelk heb kunnen geven want dit helpt echt wel voor een goede weerstand. Maar zou ik er opnieuw aan beginnen? Nee, dat niet… Ook hierover zou ik een oneindig lang verhaal kunnen schrijven, maar dat zal ik niet doen.
Wat ik hier wel even wil noteren zijn de zaken waarop ik niet was voorbereid. Ik heb namelijk meerdere keren gedacht: had ik dit maar op voorhand ergens gelezen…
En toen was het zover…
Om half 6 kwam de vroedvrouw binnen met de verlossende mededeling: ‘we gaan beginnen persen’. Plastic zeilen werden gespannen, mijn bed werd volledig omgebouwd, ik kroop met mijn benen in de beugels en daar lag ik dan, klaar om te bevallen. De laatste loodjes… Nog iets waar je niet op voorbereid bent: In de film lijkt het alsof die vrouwen maar persen en persen en persen… In werkelijkheid lig je daar gewoon te wachten op je volgende wee, als je die al voelt. Mijn epidurale verdoving was namelijk nog niet volledig uitgewerkt waardoor ik geen idee had of er nu wel of niet een wee aan kwam. Met de vage zin ‘ik denk dat ik iets voel in mijn onderbuik’ kreeg ik de toestemming om voor de eerste keer te persen. Mijn eerste gedachte? ‘Dit is niet zo lastig, dat lukt me wel’. Dat had ik toch wat onderschat. Achteraf zou blijken dat ik telkens te vroeg in mijn wee aan het persen was waardoor ik soms 4 tot 5 keer opnieuw lucht moest happen om te persen. Uiteindelijk had ik dit wel door toen mijn epidurale uitgewerkt was maar toen was het al te laat. De baby kwam en keerde terug, kwam en keerde terug… Tot ik de vroedvrouw een telefoontje hoorde plegen: ‘Kom je even naar kamer 10? We zullen wat hulp nodig hebben’. Chapeau voor het professionele team in het ziekenhuis, op geen enkel moment was ik gealarmeerd. ‘We gaan een handje helpen’ De gynaecologe kwam een aantal minuten later de verloskamer binnen en gaf me volgende mededeling: ‘Goedemorgen mevrouw, we gaan jou een beetje helpen. De baby haar hartslag begint zich rond de 170-180 te begeven, dit is te hoog en zeker omdat je al een uur aan het persen bent. Haar hoofdje wil zich niet voorbij je schaambot begeven waardoor we de zuignap zullen moeten gebruiken. Geen paniek, je zal hier geen extra pijn door ondervinden. Wel zal ik hierdoor een knipje moeten plaatsen maar je zal hier helemaal niks van voelen’. Ik heb meermaals mijn beide handen gekust dat ik het geluk had om zo’n lieve gynaecologe te hebben die rustig bleef en stap voor stap vertelde wat er ging gebeuren. Die stap voor stap, daar stopte het eigenlijk voor mij. Het volgende kwartier verliep voor mij in een waas. Het enige wat ik me hier nog van kan herinneren is pijn, heel veel pijn. En in de achtergrond hoor ik mezelf nog vaag schreeuwen dat ik dat niet kan, dat dit toch echt wel veel pijn doet en het me nooit zal lukken. Dit moment had ik echt wel onderschat. Een vroedvrouw die op mijn buik duwde, Jonas die me ondersteunde in mijn nek terwijl ik perste, de gynaecologe die daar aan mijn onderkant van alles aan het manoeuvreren was, het mechanische geluid van de zuignap elke keer als die een beetje aan het meehelpen was, … Er gebeurt zoveel rondom je maar je bent slechts met 1 ding bezig: de geboorte van je kind. Papa wou ze eruit halen! En toen kwam daar een belangrijke aanmoediging: nog 2 keer persen en je dochter zal geboren worden. Gelukkig had de vroedvrouw onthouden wat we haar een aantal uur daarvoor hadden meegedeeld: papa wou zijn dochter op de wereld brengen. De gynaecologe gaf me de instructie om even te wachten met persen zodat Jonas zich kon klaarmaken. Die had echter nog niet helemaal door dat hij naast mij moest komen staan en ging prompt de plek van de gynaecologe innemen. Gelukkig was er genoeg personeel om hem rap op de juiste plek te laten plaatsnemen. Onze lieve dochter haar armen kwamen uit mijn lichaam, papa nam haar onder de schouders, ik kreeg de opdracht om nog 1 keer te persen (hoesten was eigenlijk ook al genoeg, het zwaarste werk was op dat moment wel voorbij) en om 6u45 was het dan eindelijk zover: Janne werd door haar papa op mijn buik gelegd, ze was eindelijk geboren. Tranen met tuiten Ik keek naar Jonas, Jonas naar mij en hij hield het niet meer. Tranen kwamen uit zijn ogen gesprongen, wat een mooi moment. Zijn tranen wegvegen ging precies wat moeilijker, zijn handen hingen namelijk nog vol met smeer van onze lieve dochter. Terwijl wij volop aan het genieten waren werd de vraag gesteld aan Jonas om de navelstreng door te knippen. Als een trotse en fiere papa nam hij de schaar vast en verwijderde de connectie tussen haar en mij, een connectie waarvan ik 9 maanden lang zo genoten had. Wenen deed Janne niet echt, eerder een paar kleine kreuntjes. Een kleine kneep in haar voet zorgde ervoor dat ze zichzelf heel even liet horen alvorens in een rustige slaap te dommelen. Ze had op dat moment hard genoeg gewerkt. De vroedvrouw haar shift was ondertussen afgelopen maar ze was zo vriendelijk om een kwartiertje langer te blijven zodat ze onze bevalling nog kan meemaken. We namen afscheid en bedankten haar uitvoerig voor alle hulp die we van haar hadden gekregen. Ondertussen waren de gynaecologe en de nieuwe vroedvrouw volop bezig om mijn onderkant te verzorgen. Het bloed uit de navelstreng werd opgevangen via een infuus, dit hadden we eerder beslist. Even had ik schrik dat ik nog eens goed ging moeten persen voor de nageboorte, gelukkig was dit niet nodig. Ik voelde een vol gevoel daar onderaan en voor ik het wist was mijn placenta er al uit. De gynaecologe nam rustig de tijd om ons te vertellen waar precies de vliezen gebroken waren en waar de placenta nu precies in mijn baarmoeder had vastgehangen. Draadje hier, draadje daar En daar kwam het volgende pijnlijke moment: hechtingen. Er werd me meegedeeld dat ik moest aangeven als ik ergens pijn had, er kon namelijk nog een plaatselijke verdoving gegeven worden. In mezelf dacht ik: ‘Pijn? Ik heb net een kind op de wereld gezet, hoe pijnlijk kan het zijn…’. 2 onaangename momenten later heb ik toch maar die verdoving gevraagd. Met de volgende woorden van de gynaecologe erop volgend: Aha maar dat plekje kan ik niet verdoven, even op je tanden bijten. Een halfuur later was gelukkig alles in kannen en kruiken. Het duurde wat langer dan normaal aangezien ik blijkbaar wel een goede bloeding had van mijn knip (en van mijn scheur, die ik blijkbaar aan de andere kant had opgelopen). Ik zou het dus zeker in de gaten moeten houden want er was wel een geringe kans op nabloedingen. Nadat ze ons proficiat had gewenst verliet ze de kamer. Ook de vroedvrouw liet ons even alleen zodat wij de kans hadden om nu eindelijk van onze dochter te genieten… Uitgerekende datum
17 november, daar was hij dan. De dag waar we 9 maanden, 40 weken naar hadden uitgekeken. De dag waarvan we wisten: nu is het zover! En toen… gebeurde er niks. Iedereen bereid je voor op die dag waarop het allemaal zal gebeuren, niemand bereid je voor op de dag waarop helemaal niks gebeurt. Je kijkt er zo lang naar uit en voor je het weet is die dag helemaal voorbij. En komt de volgende dag, en de dag erna… Voorweeën 40 weken en 3 dagen, iets wat ik nooit zal vergeten. Als zwangere vrouw is het belangrijk om te profiteren van genoeg slaap, je weet echter nooit wanneer de baby zich zal aankondigen. Ik had er dus helemaal geen schaamte in om pas rond 11u wakker te worden, die bewuste dinsdagvoormiddag 19 november. Ik was echter niet zomaar wakker geworden. Diep vanbinnen in mijn buik voelde ik iets borrelen. De eerste gedachte die door mijn hoofd spookte: ‘Oei, ik moet dringend eens naar het groot toilet, dat aambeitje (eye roll) zorgt ervoor dat dit al een aantal dagen niet is gelukt’. Zogezegd, zo gedaan en een aantal darmbewegingen later ging ik nog even soezen in bed voor mijn traditionele ‘Facebook-kwartiertje’ na het wakker worden. 15 minuten later kwam echter hetzelfde gevoel terug: geborrel in mijn onderbuik maar nu ook in mijn onderrug. Tiens, mijn darmen zijn precies toch niet zo leeg. En voor ik dit gedacht had was het gevoel alweer verdwenen. De zin om op te staan was ver verdwenen met het gedacht dat mijn darmen niet hun beste dag hadden. Uiteindelijk had ik de moed verzameld om recht te komen (wat gigantisch moeilijk is met zo’n dikke buik!) en me richting badkamer te begeven. Iets waar ik trouwens elke ochtend meer en meer naar uitkeek: die lekker warme douche na het opstaan. Zalig om te ontspannen. Tot… Ja hoor, dat krampje daar plots terug was. Pas op dat moment kwam voor de eerste keer het besef: Zouden dit misschien andere krampen kunnen zijn… Vroedvrouw Uiteraard wou ik mezelf nog niet al te veel valse hoop geven dus nam ik mezelf voor om nog even te wachten om de vroedvrouw te bellen. Wie weet was ik me wel aan het aanstellen en was er helemaal niks aan de hand. Tot het 13 uur werd en ik toch om het kwartier even op het puntje van de zetel moest zitten want dit waren toch wel die ‘menstruatieachtige’ krampen waarover mij werd verteld. Echter lees je op internet zoveel: het zit bovenaan in je buik, het zit onderaan in je buik, het zit in je rug, het kan ook in je benen zitten, … Op de duur weet je niet meer wat je moet geloven. Daarom: vertrouw op je intuïtie. Dit heb ik gedaan en uiteindelijk heb ik om 13u15 mijn vroedvrouw gebeld. Gelukkig: ze was thuis, ging eerst nog iets eten en dan langskomen. OEF! Eenmaal toegekomen deed ze een onderzoek en blijkbaar was er in mijn buik toch wel iets aan het gebeuren. De kans dat het op gang aan het komen was, was groot. Al was die nog niet 100%. Er was nu eenmaal nog een kleine mogelijkheid dat dit plots allemaal zou stoppen. Waar ik wel zeker van mocht zijn is dat ik niet plots binnen het uur mama zou worden. Het zou wel wat tijd in beslag nemen. Terwijl de vroedvrouw nog bij ons kwam kreeg ik opnieuw een kramp, die we vanaf nu wel ‘voorwee’ mochten noemen. Met alle prenatale lessen in mijn hoofd begon ik gedreven te ademen: in – 2 – 3 – 4, uit 2 – 3 – 4 – 5 – 6, tot de wee over was. Maar probeer maar eens je eigen ritme te tellen terwijl je op de achtergrond een klok hoort tikken, slecht idee. Hop, alle ademhalingsoefeningen van de lessen overboord gegooid en met volle moed inademen door de neus, uitademen door de mond. Hoe meer pijn, hoe harder ik moest blazen. De vroedvrouw zette me op weg en ze zou rond 20u die avond terugkomen (Help, gaat het nog zolang duren?). Jonas Zoals eerder afgesproken ging ik Jonas op de hoogte houden van wat er aan het gebeuren was. Tegen 14u30 kreeg hij een telefoontje: Geen paniek, het is lichtjes begonnen maar je hoeft je niet naar huis te haasten want het is nog niet voor direct. Ondertussen probeerde ik thuis mijn gedachten nog wat te verzetten met wat Netflix (al heb ik van die afleveringen van The Big Bang Theory niet veel gezien). Rond 15u30 kreeg ik telefoon: Jonas was onderweg naar huis. Hij vroeg hoe het ging en net op dat moment kwam er weer zo’n voorwee tevoorschijn. Een vluchtige ‘even wachten’ gaf hem het signaal dat hij even stil moest zijn. Of dat dacht ik toch… Niets zo irriterend als iemand die aan de andere kant van de telefoon een liedje aan het fluiten is terwijl jij een wee aan het wegblazen bent. Tijdens mijn gehele arbeid ben ik niet veel geïrriteerd geweest maar dit was toch een uitzondering. Een ‘haast je maar naar huis’ later werd de telefoon neergelegd. Uiteindelijk zag ik op de klok 16u20 verschijnen en dacht ik: oef, Jonas is bijna thuis. Die voorweeën kwamen ondertussen al met een 10-tal minuten tussen. Tot dat sms’je kwam: Ik ga eerst nog even tanken. En dan het volgende sms’je: de brug staat open… Rond 17u kwam daar dan uiteindelijk het verlossende geluid van een sleutel in het sleutelgat: mijn steun en toeverlaat was er! Timen Honger? Nee, dat heb je niet echt als je arbeid begonnen is. Toch is er instinctief iets in jou dat zegt: eet nog maar iets, want je hebt nog een zware periode voor je. Gelukkig was Jonas er om de spaghetti te koken en de saus op te warmen, terwijl ik in de zetel zat te ademen en te blazen. Tijdens het eten kwam Jonas met volgende wijsheid: ik heb een app op mijn gsm gedownload waarmee je je weeën kan timen, willen we dat eens proberen? Halleluja, graag! Met een simpele ‘het is daar’ of ‘jep’ wist hij hoe laat het was, drukte hij op de knop en begon de app te timen hoe lang de wee duurde. Bij de volgende wee gaf die ook aan hoe lang ertussen zat. Tot mijn grote verbazing kwamen die op dat moment (17u30) al rond de 5 minuten. De app bleef sporadisch meldingen geven dat het toch wel al tijd was om naar het ziekenhuis te vertrekken, wist die veel dat wij ervoor gekozen hadden om een deel van onze arbeid thuis te doen. We bleven dus gedwee weeën timen. Ze komt, ze komt, … Al een hele namiddag was ik aan het uitkijken naar de komst van de vroedvrouw om 20u. Maar toen werd het 20u10, en dan 20u20 en bij elke auto in de straat stond Jonas klaar om te kijken of ze er al was. Zwangere vrouwen in arbeid blijken heel ongeduldig te zijn dus ik stuurde een sms’je. Het verlossende antwoord kwam dat ze er binnen 10 minuten zou zijn. Mijn hart maakte een sprongetje (zowel van geluk als van een wee) toen Jana tevoorschijn kwam, samen met Cynthia (de doula in opleiding die onze arbeid zou mee volgen). Het kon eindelijk beginnen… In bad Samen met de vroedvrouw probeerden we heel wat posities uit. Wat voor mij echter het gemakkelijkste bleek was op het puntje van een stoel, de zetel, een bal, … gaan zitten, nijpen in de hand van de persoon die het dichtst bij mij zat en blazen, zo hard mogelijk (af en toe zelfs met een klein kreuntje erbij). Jonas had echter nog niet altijd door hoezeer ik hier nood aan had. De nacht begon in te gaan en ik stak mijn hand uit richting hem. Hierdoor wist hij meestal dat ik hem nodig had. Een wee duurt ook (normaal gezien) maar een minuut, dit is dus zo voorbij. Tot daar plots de opmerking ‘Ja wacht, eerst mijn koffietje nemen’ tevoorschijn kwam. Dit was irritatiemoment nummer 2… Uiteindelijk besloten we rond 1 uur ’s nachts om in bad te gaan. Ik ging samen met mijn gevolg naar de badkamer waar Jonas ondertussen al een zalig warm bad had laten vollopen (boordevol schuim, even terzijde voor alle toekomstige papa’s: dat is niet zo’n goed idee). Die eerste minuten waren zalig, het leek alsof die kleine baby en baarmoeder besloten hadden om me even rust te gunnen. Stilte voor de storm… Op dit moment kwam bij mij de eerste realisatie dat een wee niet altijd was zoals er op internet beschreven werd: Ze duren 1 minuut, hebben een piekmoment en zwakken dan terug af. In bad had ik een wee die maar liefst 5 (!) minuten heeft geduurd. Bij elke piek hoopte ik dat ze eindelijk voorbij was en toch kwam ze elke keer terug, opnieuw en opnieuw en opnieuw… 3 personen zaten naar mij te kijken terwijl ik in bad zat, mee wachtend tot die oneindige wee nu eindelijk voorbij was. Toen kwam de verlossing en het laatste inwendige onderzoek: 5 centimeter! Vooraleer ik in bad was gestapt had ik mijn limiet aangegeven: hierna is het genoeg geweest en zou ik graag een epidurale hebben in het ziekenhuis. Met de wetenschap dat ik ondertussen de 5 centimeter opening had gehaald namen we de beslissing om me aan te kleden en richting het ziekenhuis te gaan. Dat aankleden liep echter ook niet van een leien dakje, die wee van 5 minuten kwam terug. ‘Een pikuure, en snel graag!’ Eenmaal geïnstalleerd in de auto kwam de schrik: hoe ga ik hier in godsnaam mijn weeën kunnen opvangen? Gelukkig kwam de vroedvrouw me nog een paar laatste bemoedigende woorden toespreken alvorens de deur van de auto werd dichtgegooid en we de rit richting Sint-Lucas hadden ingezet. Het verloskwartier werd door Jana op de hoogte gebracht en daarmee was haar nacht afgerond. Eeuwige dankbaarheid blijft het gevoel dat we hebben voor haar (en ook voor Cynthia), zonder hen was dit nooit gelukt. Eeuwige dankbaarheid ook voor mijn lichaam die had beslist om in de auto mooie weeën van 1 minuut te laten doorkomen, zodat de rit naar het ziekenhuis relatief rustig verliep. Gelukkig was het 2 uur ’s nachts en stonden we op een dik kwartier aan de ingang van de spoed. Jonas ging vlug een rolstoel halen en daar gingen we op weg, richting verloskwartier. Buiten irritatie nummer 3 waarbij de normale lift richting 3e verdiep plots buiten werking was en Jonas helemaal niet doorhad dat er pijlen hingen naar de vervanglift, verliep deze tocht vlot. Eenmaal op de verdieping toegekomen kwam de vraag of ik graag nog in bad zou willen gaan, waarop mijn antwoord zeer snel kwam: nee, graag een pikuure, en liefst zo snel mogelijk! Ondertussen kreeg Jonas de taak om mijn identiteitskaart te zoeken in mijn portefeuille (die hij uiteraard niet kon vinden waardoor ik dit dus moest doen, midden in een wee) waarna we naar een kamer werden gebracht. 20 minuten later stond de anesthesist reeds klaar om die epidurale in te brengen. Met je poep over het bed? Hierbij kwam het tweede moment waarop ik helemaal niet voorbereid was: de positie die je moet aannemen op een verlosbed om een epidurale te krijgen. Met je poep over het bed, in een bolletje met een gigantisch buik en weeën die je om de 2 minuten bijna doen flauwvallen van de pijn. Ondertussen was de anesthesist niet zo gelukkig want ‘Mevrouw haar rug is niet genoeg gebold’ en ‘Juffrouwke, als jij niet voor mevrouw gaat staan gaat dat hier niet lukken ze’. 5 minuten later was alles in kannen en kruiken en kreeg ik de opdracht om op mijn rug te gaan liggen. Was ik blij dat dit achter de rug (pun intended) was. Ik had al regelmatig verhalen gehoord van vrouwen die in slaap vielen tijdens hun epidurale en ik had er nooit iets van geloofd. Tot ik zelf 10 minuten later aan het wegdommelen was. Wat deed dit deugd na al die uren afzien overdag! Als een waterballon die springt Eenmaal weggedommeld was ik blij dat ik even de kans kreeg om te recupereren. Ondanks het feit dat ik er totaal geen idee van had wat me nog te wachten stond was ik blij met elke minuut ‘slaap’ die ik kreeg. Tot… Ik op een bepaald moment (ergens omstreeks 4 uur) ergens diep vanbinnen een geluid hoorde: ‘pets’. Die werd gevolgd door een gigantische stroom vocht die tussen mijn benen naar beneden liep. Mijn eerste gedachte? ‘Help, ik heb geplast en ik was te laat om iemand te roepen’. Tot ik de indruk kreeg dat het wel heel erg nat was daar beneden. Dat kon gelukkig maar 1 ding betekenen: mijn vliezen waren gebroken, de eindsprint was ingezet. Een druk op de knop later wist de vroedvrouw te vertellen dat alles er goed uit zag en dat mijn vruchtwater een mooie kleur had (en oh ja, daar lag die slijmprop waarvan ik er al dagen naar aan het zoeken was in de toiletpot). ‘The ring of fire’ Gelukkig kreeg ik hierna nog even de tijd om een dutje te doen vooraleer de vroedvrouw rond 5 uur terug binnenkwam. Ze deelde mee dat de gynaecologe van wacht op de gang was voor een andere bevalling en dat ze even ging checken hoeveel ontsluiting ik al had, zo kon ze beter inschatten of ze de gynaecoloog naar huis mocht sturen of niet. Het antwoord: niet. Ik bleek ondertussen bijna 9 cm ontsluiting te hebben. Van die inwendige onderzoeken voelde ik trouwens niets sinds ik mijn epidurale had gekregen, dat was iets anders dan die onderzoeken thuis in de zetel. De vroedvrouw liet ons nog even alleen en mentaal begon ik me voor te bereiden: het zou nu niet lang meer duren alvorens we onze dochter zouden ontmoeten. In mijn achterhoofd begon ik alle informatie rond persen terug op te roepen die ik in de loop der tijd verzameld had, zowel van internet als van in de prenatale lessen. 1 zin die ik had onthouden: Persweeën, het lijkt alsof je moet kakken. En daar lag ik dan, na te denken… ‘The ring of fire’ noemden ze het, dat gevoel aan je achterkant waarbij je het de aandrang hebt om eens goed naar het groot toilet te gaan. Maar dat gevoel had ik niet. Ik voelde me nog helemaal niet voorbereid om te beginnen persen, ik had niet eens pijn, laat staan dat ik mijn weeën kon voelen. |